Afscheid

De Gentenaar pakt uit met een soort “Grand Départ” van één van de meest iconische burgemeesters van de voorbije decennia. Elke dag lees ik nu een afscheidsbrief aan onze uittredende burgervader. Pierke Pierlala, Luc Van Looy en Siegfried Bracke beten de spits af. Het is een voorrecht van BV’s om in de pen te kruipen en  de burgemeester met veel wierook, zeker in het geval van bisschop Van Looy, uit te wuiven. Van de OV’s (de onbekende Vlamingen) wordt er niet verwacht dat ze zich mengen in lof- of klaagzangen. Men gaat er van uit dat Jan met de Pet zwijgt of zijn kritiek wegspoelt met liters glühwein. Misschien was dát wel de bedoeling van de Gentse Winterfeesten.

Toch riskeer ik mij ook aan een afscheidsbrief. Ik kon mij enkel laten inspireren door wat mij overkwam of mij raakte, als eenvoudige burger en als bezorgde vader. Mijn toekomst is een stuk korter dan die van mijn kinderen en dat maakt mij enigszins ongerust. Niet dat ik ongerust ben omdat ík die toekomst niet meer heb, maar wel omdat zij in die toekomst zullen moeten leven. Zelf heb ik al veel verleden op de teller staan, en dat verleden was niet slecht. Het is maar wat je er zelf van maakt en wat de natuur je toelaat er van te maken. Maar wat er na uw regnum te gebeuren staat, dát baart me zorgen. Daarom deze brief:

“Waarde burgemeester,

Ik kan u bezwaarlijk even amicaal aanspreken als het kruim van de Gentenaars dat u vaarwel mag zeggen. Verwacht dan ook geen “Beste Daniël”, ik hou het beleefd op “mijnheer de burgemeester”.

Wij kennen elkaar niet. Een politieke beleefdheidsknik en een handdruk in de menigte beschouw ik niet als bewijs van een persoonlijke band. Ik was dan ook geen CEO van een belangrijke speler uit de haven, geen Braziliaanse importeur van biomassa, ook geen vaste bezoeker één van de socialistische volkshuizen, laat staan een potentiële stemmer. Kleine ondernemers zijn meestal niet de mensen die de Internationale meezingen op 1 mei maar hoogstens van die vrije dag gebruik maken om hun administratie op orde te brengen.

Toch hadden we ooit de mogelijkheid elkaar te leren kennen. Enkele jaren geleden werd ik door Sven Taeldeman aangesproken om te sponsoren voor de Curieuze Collectie, een lovenswaardig initiatief die lokale kunstenaars in Sint-Amandsberg bijeen brengt. Meneer Taeldeman wist dat mijn bedrijf lange tijd in Sint-Amandsberg gevestigd was en dat mijn familie daar ooit goed ingeburgerd was. Een beetje bekende namen op de sponsorlijst zouden misschien wat extra volk op de been kunnen brengen. Ik stortte 500 euro en werd meteen gebombardeerd tot hoofdsponsor. Op de factuur wacht ik nog steeds, maar dit terzijde. Bovendien was John Crombez toen staatssecretaris voor fraudebestrijding. Ik wist wel dat er een goed woordje zou afkunnen bij een onverwachte belastingcontrole.  Op de dag van de prijsuitreiking begaf ik mij met mijn echtgenote naar het oud gemeentehuis van Sint-Amandsberg om de cheque uit te reiken aan de winnaar. Ik keek er naar uit om u daar persoonlijk te melden dat ik met veel plezier het initiatief steunde omdat het de mensen dichter bijeen bracht en allochtonen de kans gaf zich in de kijker te spelen. Tot u ons straal negeerde en ons voorbij liep om de afgevaardigde van de Bond Moyson de hand te schudden en hem te bedanken voor zijn sponsoring. Bij gebrek aan privépartners (meneer Taeldeman had maar één slachtoffer gevonden, moi) had men dan maar de politieke vrienden aangesproken.

Ach, ik heb nooit rood gestemd, maar ik had wel sympathie voor al uw realisaties in de legislatuur vóór 2012. De haven stond weer op de kaart, de tewerkstelling groeide, er werd meer gebouwd, KAA Gent kreeg een nieuwe thuis en de stad bruiste als nooit voorheen. Alleen jammer van uw keuze om met dromers in zee te gaan. Ik geef toe, er rijden minder auto’s in Gent en misschien is de lucht properder. Ik heb nu meer dan vroeger de keuze uit diverse luxeappartementen om mijn oude dag in door te brengen. En de Bulgaren, die u welkom heette, werken vaak in de bouw, en dat is dan ook leuk meegenomen. Eigenlijk is Gent  best oké.

Alleen ook jammer van uw communicatie. Al schertsend mag en kan veel gezegd worden. Maar als puntje bij paaltje komt, moet zelfs de meest populaire burgemeester op zijn woorden letten. In de politiek  is elke nacht een Nacht van de Lange Messen, Christophe Peeters kan er van meespreken. Daar bent u nu vanaf. U verdween met stille trom maar u laat een orkest na die enkel nog een blauwe kakafonie in mineur kan brengen. Uw opvolger aan wie u een aangenaam verblijf in het Vlaams parlement toewenste, wordt binnenkort de dirigent van de Gentse operette der verbinding. Benieuwd welk concert hij te horen zal krijgen tijdens de eerstvolgende nieuwjaarsreceptie. Misschien kunnen we op de achtergrond samen een glaasje cava drinken op uw pensioen. Dan krijgen we eindelijke de gelegenheid om elkaar écht te leren kennen.

Het gaat u goed, meneer de burgemeester. En let op uw gezondheid. In de politiek heeft u meer dan negen levens, van uw gezondheid heeft u er maar één.

Uw dierbare burger, Steven.”

 

Blogs en columns

Over Gent schrijven is leuk. Zonder in clichés en superlatieven te vervallen kan ik zeggen dat ik door de band graag vertoef in de stad waar ik mijn studies heb kunnen volmaken en mijn carrière uitbouwen. Dat maakt van mij echter geen believer, noch een meeloper in het hoerasfeertje dat hier nu al enkele jaren hangt. Een Gentenaar staat er om bekend kritisch te zijn en enige vorm van sarcasme niet te schuwen. Misschien moeten er wat meer mensen die Gentse kwaliteit etaleren. En liefst van al wat bekende Gentenaars, mijn onbekendheid draagt niet ver genoeg. Ik was dan ook blij dat ik in de nadagen van de hele heisa rond het aanstellen van de schepenen kon lezen dat niet iedereen het er mee eens is.

Steven Vromman, de low impact man en ultieme lansbreker voor het Groene gedachtengoed, schreef een kerstverhaal anno 2025. De lezers van “Gent en Meer” weten dat ik het eerder voor 2029 heb.  Altijd sympathiek van Steven om te schrijven met wollige en warme trefwoorden als geluk, burgerparticipatie, veerkracht en delen, in tijden waar het bloed nog van de messen druipt. Om er zelfs schepenambten voor uit vinden kan ik best smaken, te meer omdat out of the blue Sarah Van Liefferinge mag meedoen. Een beetje piraterij aan de Botermarkt is altijd meegenomen. Kritische geesten zijn nodig, alleen vrees ik voor hun houdbaarheid. De messen worden vakkundig geslepen, dag en nacht, jaar in, jaar uit. Een  politiek certitude. Sarah, watch your back. Idealisme is de schattige kunstsneeuw op de pakjes van eigenbelang onder de kerstboom van de politiek. Erst das Fressen, dann die Moral.

Kurt Burgelman, ondertussen vaste columnist van Het Laatste Nieuws, en lofzanger van Mijn Gent roerde zich ook in het debat. Dat hij de lof zingt vanuit Zevergem vind ik extra pittig, maar dit doet niet ter zake. Buiten lof is zijn kritiek niet van de lucht. Hij luchtte dan ook zijn degout voor de cinema die we vorige week mochten beleven rond de defenestratie van Christophe Peeters. Niet onterecht rekte hij zijn onvrede over de gespeelde menselijkheid van Maggie De Block. De richting waar haar menselijkheid naar uitgaat is duidelijk politiek geïnspireerd. De behoeftige mensen die rekenen op een menswaardig gezondheidsbeleid, waaronder Kurts zieke oma, spelen geen rol in haar spelletje. Omdat ze binnenkort toch geen stemmen meer opleveren? Het zou misschien té cynisch om dit in de stevige schoenen van Maggie te schuiven.

Maar gelukkig hebben we weer een rasechte Gentenaar als burgervader. De verzekering dat hij zich met elke vezel in zijn lichaam zal inzetten voor zijn burgers, is een geruststellende gedachte. Zijn voorganger was invloedrijk, hij eerder vezelrijk. En hoe meer vezels hoe beter voor de vertering van de politieke indigesties die ons nog te wachten staan. Ik raad de bekende bloggers en columnisten aan, na de roes van de feesten en de afbraak van de kerstmarkt, extra waakzaam te zijn. Hun schoonste, warmste, beste en meest productieve tijden liggen voor hen. Nietwaar Steven, Kurt, Sarah en Zaki?

Zwanger

Onze schoondochter is zwanger, acht maand ver en met een mooi rond buikje. En ze neemt, om te gaan werken,  alle dagen tram 1. Eén van de belangrijkste lijnen in Gent, met veel schoon volk, zeer divers, jong en oud, alle kleuren van de regenboog verenigd in de lange metalen pijp van de  hermelijntram, netjes voorzien van gereserveerde  plaatsen voor zwangere vrouwen.

Elke dag ervaart ze de verbindende kracht van de ideale Gentenaar, de progressieve kracht van zij die Gent zo graag willen delen en  de wondere weldaden van de diversiteit. Rechtstaan dus, de hele rit lang!  Laatst kreeg ze, onder druk van haar meewarige oogjes, toch een plaats aangeboden van een zeventigjarige Amerikaanse toerist uit het land van baarlijke duivel Trump. De rest bleef zitten. De toerist zal zeker een democraat  geweest zijn.

Toch vreemd dat onze youngsters waarvan we vermoeden dat ze netjes opgevoed zijn door verantwoordelijke ouders en door de gemotiveerde leerkrachten van de stads-, methode- en andere scholen, niet de moeite nemen om hun leeg gat op te heffen om iemand een zitplaats aan te bieden die op enkele weken van bevallen staat. De AirPods blijven rustig doorzoemen. Ik vermoed dat het noch duistere teksten van Black Sabbath, noch verheven bijbelcitaten zijn, maar de hardnekkigheid waarmee ze zich door die dingen van de buitenwereld afsluiten lijkt mij bijzonder weinig gemeen te hebben met de inclusiviteit waarvoor Gent zo bekend staat of waarvoor de bestuurders van onze stad zo graag zouden hebben dat Gent bekend staat.

Er zullen nog veel schepenen van onderwijs moeten opstaan om leerlingen aan te leren de zitplaatsen te delen met ouderen en zwangere vrouwen. Of misschien zijn de hardnekkige zittenblijvers genderfluïden die zich niet willen laten vastpinnen op het biologisch gegeven dat enkel vrouwen zwanger kunnen worden. Recente baarmoedertransplantaties en bijhorende hormonenkuren zijn koren op de molen van de diehard fetisjisten van de absolute gelijkheid. En misschien bevolken zij wel de trams van Gent.

Maar het kan ook zijn dat het de schuld is van De Lijn: de aanduidingen zijn misschien onduidelijk, niet in verstaanbare taal voor de talloze nieuwkomers en absoluut getuigend van een schrijnend gebrek aan politieke correctheid. Het zou kunnen dat “zitten op de tram”  een universeel mensenrecht is en geen onderscheid maakt tussen zwangere vrouwen en jonge gezonde mannen. Even vragen aan de Verenigde Naties of aan de advocaten van Progress Lawyers Network. Misschien bestaat er zelfs een NGO die opkomt voor de rechten van de  universele tramzitter. En tegen de aanwezigheid van rechtsextremisten in het bestuur van De Lijn.

Hoe dan ook, straks worden we opa en oma. Dan kunnen we op bezoek bij ons eerste kleinkind. Ik denk niet dat ik de tram of de bus ga nemen. Lang recht staan is aan mij niet besteed maar in de clinch gaan met de beloftevolle toekomst van ons land evenmin. Ik heb nog al mijn tanden en ik zou dat graag nog een tijdje zo houden.

Stress

Stresskonijnen, even uw aandacht! De stad Gent gaat uw stressniveau meten. Bezorgt het leven in de stad u stress? De burgemeester wil  het weten  en start een project van 2,5 miljoen euro.

Als u ’s morgens omvergereden wordt door een speedelec  of ’s middags aangeklampt door een huppelkutje van Oxfam, zal u het geweten hebben: uw bloeddruk stijgt, uw hartslag gaat naar ongekende hoogten, uw pupillen verwijden en u begint te zweten. Een nog te ontwikkelen polsbandje met fancy appje zal u zeggen dat u onmiddellijk naar de psycholoog moet of een uurtje moet gaan sporten.

Uw bezorgde burgervader wil zijn volk per direct laten ontstressen door een legertje zielenknijpers en personal coaches op ons los te laten. Het is niet verwonderlijk dat het aantal jobs in Gent stijgt. Maar of mijn plotse afwezigheid op het werk het stressniveau van mijn baas zal kunnen temperen heb ik zo mijn twijfels. Ik vrees dat, als mijn polsbandje mij dagelijks een fitness of een praatbarak injaagt, niet zozeer mijn stressniveau zal zakken maar eerder mijn  jobzekerheidsniveau. Ik weet het wel, er werken heel wat Gentenaars voor allerlei overheden, NGO’s, VZW’s, sociale economieën en andere instanties waar aanwezigheid blijkbaar niet behoort tot de essentiële vereisten om rendabel te zijn, hier en daar moet er wel nog ééntje écht voor de boterham werken.

Maar dat in de stad leven stress met zich meebrengt kan ik beamen. Telkens mijn wandeltocht een Slovaakse bedeltocht kruist, schiet mijn hartsinusknoop in overdrive. Telkens een assertieve fietser mijn pad op het voetpad kruist, starten mijn bijnieren een rondje adrenaline-pompen. Telkens een feestende meute op haar nachtelijke doortocht van de Overpoort naar de Vlasmarkt zich bezondigt aan een rondje belleke-trek of vuilniszakske-smijt, draait mijn ademhalingscentrum in mijn medulla oblongata overuren. Telkens ik de lofzang op het Grote Gelijk van de Botermarkt in de krant lees schiet mijn hypofyse in een kramp. In de stad wonen is één en al stress.

Maar #hetkanbeter. Gent heeft een voedselraad en ze krijgen subsidies. Het vehikel noemt zich zelf Gent en Garde en is een lovenswaardig initiatief,  getrokken door de stad Gent en bevolkt door gelijkgestemden. Dat laatste is een evidentie, anders doe je niet mee. Het zijn ook wel gelijkgestemden die over de subsidie beslissen, dus dat is aardig meegenomen. Het gaat máár over 44.000 euro voor 2018, een habbekrats vergeleken met wat het sinds 27/12/2017 ontbonden Lab van Troje ooit heeft binnengerijfd.  Jammer dat er nu geen vigilante schepen van financiën meer is om toe te zien wat er met de rijk gevulde kassa gebeurd is.

Maar kom, laat ons positief, warm en vooral verbindend zijn, en de wondere weldaden van Gent en Garde bekijken.  Als het gaat over korte ketens in de voedseldistributie kunnen we enkel kumbaya zingen, toch? Liever tomaten uit de stadstuin dan quinoa uit Zuid-Amerika en liever een patat uit Drongen dan een bataat uit Senegal. Vermoedelijk loopt de aanvoer nog altijd even vlot als toen de krant volstond met de megavoordelen van het elektrisch groentevlot. Ik heb er sindsdien wel niets meer van gehoord, maar dat kan aan mijn enggeestige doch kritische kijk op deze zaken liggen. Het stedelijk stressniveau zakt naar ongekende diepten door projecten zoals een overdekte boerenmarkt, mét kinderatelier, een gaarkeuken voor de arme mensen rond de Dampoort, een fruitpluk, omdat die minder lastig is dan een rondje moestuinieren, en een soep en groentesap initiatief…. Leven van de overschotten, wroeten in de grond: de toekomst van Gent ziet er rustgevend en rooskleurig uit. We kunnen alvast besparen op het stressonderzoek en die 2,5 miljoen euro aan Gent en Garde besteden.

Met stille trom

Woensdag 19 december 2018, een tijdperk wordt afgesloten. Dertig jaar socialistisch burgemeesterschap wordt ten grave gedragen. Wat ooit begon als een eclatante overwinning op de CVP eindigde als een stemmendebacle in een sfeer van schandalen en slechte communicatie.

De kartelpartner voor wie delen heilig is wist handig de zegezekere socialisten in een figurantenrol te duwen en de postjes onder de groene geloofsgenoten te verdelen. De ooit bejubelde kroonprins die gedegradeerd werd tot “Vlaams parlementslid die het daar goed zou doen”, keerde terug als een overwinnaar met een missie, maar aan handen en voeten gekluisterd met donkergroene ketens.

De Ghelamco-arena en het schilderij van Karl Meersman aan mijn muur, met Termont en Balthazar, met tabberd, strop en een stapel munten op het hoofd, zullen blijvende getuigen zijn van de neergang van één van de populairste burgemeesters in Vlaanderen. Piqueur is ondertussen gepluimd, dus van een verlengd verblijf op een yacht in de Middellandse zee zal geen sprake meer zijn. Zijn blauwe zeloot, 18 jaar trouwe schepen, bestuurder in Publipart en voor zijn baas bedenker van menige constructie die het daglicht eerder schuwen en de kiezer dom houden, is kaltgestellt. De messen in zijn rug zitten nu al tussen zijn tanden. De scribenten van de lokale pers, ooit de trouwe bondgenoten van Termont en de herauten van de ontelbare weldaden van paars-groen, zijn gedegradeerd tot verzuurde non-believers. Het wordt dus Dehaene-gewijs een permanente “geen commentaar”.

De ongebreidelde drang om van zijn stad de grootse, beste stad van het land te maken, sierde de man die even goed kon onderhandelen met ondernemers als met vakbonden. Een combattieve Termont kon in zijn ééntje Meulestedebrug open houden en de band bij Volvo draaiende. Hij kon Brazilianen overtuigen de samba in Vlaanderen te dansen en Nederlanders een grotere sluis te graven. Maar hij was tevens mandatenkampioen en verzamelaar van trofeeën waarvan geen enkele Gentenaar wist waar ze voor stonden.  Met Eurocities leefde hij in een pretpark voor gelijkgestemden. Ondertussen woekerde de schimmel lustig verder op de muren van de huisjes in de Sint-Bernadettestraat en bereikte de kinderarmoede ongekende hoogtes. De woningnood piekt maar de luxeappartementen schieten als paddenstoelen uit de grond. De ongeletterdheid werd geïmporteerd maar de gesubsidieerde culturele masturbatie werd gestuwd naar ongekende hoogtes. Als nooit te voren kirden de culturo’s van plezier bij het zien van een blote Adam en Eva op de planken van het NTG en voor de ogen van een klasje twaalfjarigen.

De progressieve obsessie van gelijkheid legt steeds meer de naakte waarheid van de ongelijkheid vast.  De uiterlijke tekenen van onderdrukking en religieuze waanzin halen het hoogste echelon van de lokale politiek. Het is nog maar de vraag of de jonge, enthousiaste en breedsprakerige blauwe burgemeester  de fetisj van de Verlichting zal heiligen of eerder zal begraven. Liever de sjerp om de buik én de hoofddoek op het hoofd dan omgekeerd? Benieuwd of hij aan de juiste kant van de geschiedenis belandt, samen met Charles Michel.

Wie weet schrijven we reeds in 2019 dat we de no nonsense Termont missen. Zijn triomfboog aan het eind van de afgebroken B401 komt er allicht niet. Maar zijn arena staat toch maar mooi te blinken aan de Ottergemse Steenweg. De volgende titel van de Buffalo’s mogen ze gerust aan hem opdragen.

Daniel Termont verdwijnt met stille trom maar ik ben niet zeker of het orkest dat hij nalaat ooit nog de juiste noot zal vinden.

Voordeur

Lutgart had het goed begrepen. Dacht ze. Ze moest vriendelijker zijn voor onze medemensen. En ze moest vooral de sukkelaars helpen. Op haar wandelingetjes door de Lange Munt kwam ze vaak huppelende jongmensen tegen die met kleverige newspeak geld vroegen voor de weeskindjes in Afrika, de zieke mensen in Venezuela  of de diepgelovige Christenen uit het Midden Oosten, op de vlucht voor religieuze waanzin.  Lutgart was telkens onder de indruk. Maar met haar klein pensioentje kon ze de gepiercte wereldverbeteraars weinig bieden.

Ze kende wel een sukkelaar uit haar straat.  Andrés winkeltje was failliet gegaan toen hij net geen 63 jaar was, gerold door een gewiekste cafékennis. Het was niet de eerste keer. André was veel te goedgelovig. En dat heeft pijn gedaan. Solidariteit mag dan wel genationaliseerd zijn, sommigen, zoals André,  vallen steevast uit de boot. Hij woont in een huisje van zijn zus. Boven is alles dichtgetimmerd, beneden woont hij. Alles in één ruimte, om te sparen op verwarming. Eten komt van de voedselbank. Of soms eens van bij Lutgart, overschot van de zurkelplets bijvoorbeeld. Weinig jongeren hebben daar  aandacht voor. Je kan met iemand als André de wereld niet verbeteren. Ze zouden hem nochtans kunnen helpen, met soep of zo. Maar dat staat niet op hun millennial cv’tje. Hiermee kan je nooit voluit gaan voor een master-na-master in de culturele antropologie.

Ze kende ook een alleenstaande moeder met drie kindjes. Greetje had geen geluk in de liefde. Ze viel telkens op de verkeerde, die haar keer op keer met het resultaat van haar onvoorwaardelijke overgave liet zitten.  Aan haar diploma verkoop heeft ze ook niet veel gehad. De zorg voor haar kindjes ging voor.  Ze leefde van uitkeringen. Haar gezin verdween in de statistieken van de kinderarmoede. Geen uitstapjes naar Bellewaerde, geen Xbox. Goedkope jenever en sigaretten konden de ellende niet doen verdwijnen maar Greetje bleef van haar kindjes houden. En af en toe stak Lutgart een stukje versleten speelgoed binnen, iets wat ze op haar zolder gevonden had.

Met zoveel mensen wereldwijd op de vlucht, met zoveel mensen op zoek naar geluk en een inkomen, moet er iets gebeuren. De nieuwsuitzendingen van VRT en VTM hamerden het er bij Lutgart in. Lutgart zou haar voordeur openzetten, nu voor iedereen. De zoete inval bij Lutgart. Greetje en de kindjes kwamen op woensdagmiddag langs, voor een lekkere pannenkoek. Op dinsdag en soms op donderdag sprong André binnen om naar Familie te kijken. En een pintje te drinken.  Op maandag kwamen Vladimir en Marek een karweitje doen, of gewoon niets doen en een boterham eten en op vrijdag kwam Mo binnen met zoete koekjes. “Voor de geburen, Lutgart”, zei hij. In ’t weekend waren het Corneliu en Grigore, en de kindjes van Fatima en Malik. Zondagavond zaten Henk en Ingrid mee voor de TV, met een doosje Pringels die ze meestal zelf meebrachten.

Die kleine dingen maakten Lutgart gelukkig. En iedereen hoorde van de zoete inval. En iedereen kwam langs. Tot in Gentbrugge en Ledeberg kenden ze Lutgart. Het pensioentje voldeed niet meer om elke dompelaar dat kleine stukje geluk te geven.  Lutgart verkocht dan maar wat spullen van haar overleden echtgenoot en haalde haar spaarboek leeg. Het jonge geweld van de Lange Munt had haar doen inzien dat gastvrijheid heilig, onbegrensd en bindend was. Haar spaarcentjes hield ze bij in een klein ijzeren koffertje, om het leed te verzachten waar nodig.

Alleen jammer dat haar voordeur openbleef. De wijkagent had het nog zo gezegd.

Wakker

Zes uur. De wekker maakt me wakker. Een lege lijnbus dendert door de straat. Het putdeksel maakt nog altijd evenveel lawaai. Ik neem een warme douche, bijna heet,  en met heel veel douchegel. De condensatieketel trekt zich op gang en zet wat extra aardgas om in CO2. Zeepresten zoeken hun weg naar de riool. Nee, ik ben niet goed bezig, maar een mens moet toch proper zijn om te gaan werken. Aan de Visserij moeten ze dat toch ook denken, of hebben diehard ecologisten een ander idee over hygiëne? Mogelijks. Maar mijn dreadlocks zijn wel netjes en hygiënisch, sèg!  Ik hoor het mijn laatste sollicitant nog zeggen.

Ik lees de krant, De Gentenaar. Die is wel van de buren, maar die zijn nog niet zo vroeg op. We sharen. Lekker modern. En nog goed voor het milieu. Het circulatieplan wordt nog maar eens aangepast. De Minnemeersbrug verandert van rijrichting. Omdat er klachten van de buurt zijn. Hoe edelmoedig om naar klachten te luisteren. Van wie precies de  klachten zijn, hebben we het raden naar. Toch niet van mijn kennissen. Maar ja, die zijn van geen tel. Ik ook niet trouwens.

Het leven moet verder gaan. Ik neem de auto en vertrek naar het werk. Een stuk voor acht uur, anders zit je muurvast aan de Dampoort. Daar zijn ook klachten over. Maar waarschijnlijk van de verkeerde mensen. Gent is wat we delen, behalve klachten van lastige mensen. Het gaat vlot vandaag, slechts een tiental auto’s voor mij en ik kan de rotonde op. De verkeerslichten zijn mij gunstig gezind.  Ik erger mij weer eens aan een fietser zonder fietslicht, zonder fluohesje en met een overdosis kapsones. Telkens zeg ik tot mezelf “laat het, slecht voor uw tikker”.

Op het werk overloop ik mijn mails. Er zit heel wat bagger tussen, van Kluwer, de Morgen en van Creditsafe. Tiens, ik dacht dat ik me ooit eens uitgeschreven had. En de GDPR dan? Of was dat ook weer zo’n Europese bezigheidstherapie die ons alleen maar op kosten heeft gejaagd? En mag ik de map GDPR dan klasseren naast deze van de Declaration of Performance die ons enkele jaren geleden ook al eens de stuipen op het politiek correcte lijf heeft gejaagd? Maar ja, eurocraten moeten ook leven. En Europa blijft het recyclagepark par excellence voor uitgerangeerde politici. We zullen er moeten leren mee leven.

De avond valt steeds vroeger, nog enkele dagen en we beleven de langste nacht. Het avondjournaal staat op. Ik word stilaan misselijk als ik TV kijk. Marrakesh, ik  ben er nog nooit geweest maar ik vind het nu al niet meer zo sympathiek. Ik heb de tekst van het pact eens afgeprint,  in het Engels. Het eerste dat ik las in de preambule is dat bij het migratiepact rekening gehouden wordt met het klimaatakkoord van Parijs. Vreemd, waarom nemen al die ministers en hun medewerkers dan het vliegtuig? En de week er op naar New York? Gaan ze ondertekenen met kerosine? Zou Skype het klimaat niet kunnen redden? Of mag ik dat zo niet zien? Allicht niet. Ik ben geen visionaire professor, slechts een onwetende burger. Misschien zelfs een beetje verzuurd. Sorry.

Die trip naar Parijs heb ik ook maar afgezegd. Ik heb geen zin om een geel hesje met een zwart kapje en een omcirkeld A’tje tegen te komen. Ik ben mijn auto nog aan het afbetalen en ik heb geen zin hem in de fik te zien gaan. Maar ze hebben gelijk, we worden kapot belast. Toch zullen ze moeten dansen naar de pijpen van de elite. De CO2 is het nieuwe Zyklon B. De strijd er tegen mag kosten wat het wil, de burger betaalt toch altijd. In ’40 – ‘45 was het met zijn leven, nu met zijn eigen centen.

Grote Smurf

Het zou ongepast zijn om te zeggen dat er vrijdag plots witte rook aan de gevel van de Botermarkt verscheen. Voor een groen stadsbestuur is rook des duivels behalve als het uit een pelletkachel komt. Het was  eerder een veelkleurige walm die aan de Krook de herfstige lucht insteeg.

Na zestig jaar krijgt Gent een blauwe burgemeester, een Grote Smurf als het ware. Blauw van kleur maar met rode pet en broek. Gezeten op een troon van watermeloen, en voorzien van een protocollair oranje lintje. Trouwers krijgen binnenkort een weesgegroetje en een onzevader mee.

Heel wat “rode” bevoegdheden zoals stadsontwikkeling, ruimtelijke planning, wonen, personeel, sport, werk en gelijke kansen kleuren nu blauw of groen. Maar de Gentenaars kunnen gerust slapen, de socialisten krijgen de post financiën. Na het Zilverfonds van Johan en  de groene stroomcertificaten van Freya is dit een geruststellende gedachte.

De Grote Smurf krijgt er ook een knappe Smurfin bij. Schattig, gedreven en intelligent én bevoegd voor economie, handel, ondernemen en haven. De ondernemers kunnen stilaan weer beginnen dromen. Als ze er even lief  tegen doet als tegen de jonggehuwden kunnen we hopen dat Gent  toch geen economisch kerkhof op een ecologisch paradijs wordt.

Dat de mobiliteitspaus zijn bevoegdheid behoudt, stond in de sterren geschreven. De talrijke prijzen die de Gentse trofeeënkast bleven vullen deden niets anders vermoeden. Maar de blauwe ontknipping wordt wel geknipt. Gelukkig beloven ze dat de lang verwachte Verapazbrug en de ondertunneling van de Dampoort er eindelijk komen. Mathias zal zijn best mogen doen om in Brussel de centen los te krijgen. Hopelijk klinkt de familienaam van de beroemdste kleinzoon van Vlaanderen aan de Leuvenseweg en in de Hertogstraat even luid als aan de Graslei en in de Veldstraat.

Het nieuwe dreamteam presenteert de inwoner van Gent in de komende zes jaar veertien werven. Hopelijk mogen we de bouwmaterialen voor die werven met mijn pas aangekochte CNG-vrachtwagen blijven aanleveren en hoeft dat niet te gebeuren met een middeleeuwse platte schuit en een leger Oost-Europese loonslaven te voet. Aan de Veeweg zaten er al een twintigtal te wachten. Als de dienst economie nu nog zijn NGO-kleedje kan afgooien schijnt de zon weer boven een ondernemend Gent.

Dat WoninGent wordt doorgelicht lijkt me ook een goede zaak. Van de groenen ga je niet verwachten dat hun mandatarissen in sociale woningen gedropt worden. Die wonen meestal beter,  aan de Visserij of in een andere fancy wijk waar de progressieve intelligentsia en de bakfietsende tweeverdieners samenhokken. De Sint-Bernadettestraat mag nu écht hopen dat de schimmel er van de muren verdwijnt … tenzij men er een kwetsbare variant vindt die onder de habitatrichtlijn valt.

De nieuwe bestuursploeg voorziet alvast negentig miljoen euro om de oververhitte woningmarkt aan te pakken. Het lijkt me een habbekrats tegenover de zes miljard euro die nodig is om de wooncrisis op te lossen. De Ghelamco’s en de Mevaco’s van deze wereld wrijven zich al in de handen. Benieuwd wie er vanaf januari de skybox komt vullen.

Maar laat ons niet zuur doen. Laat ons de Grote Smurf een kans geven. Of de toekomst even rooskleurig zal zijn als zijn wereldberoemde superlatieven ons moeten doen geloven, valt af te wachten. Maar dat hij niet zal pleuje om Gent een ongelooflijke, formidabele, warme en fantastische toekomst vol goede potgrond te geven staat vast.

Ik denk dat de oppositie en de commentatoren evenmin zullen pleuje.