Stresskonijnen, even uw aandacht! De stad Gent gaat uw stressniveau meten. Bezorgt het leven in de stad u stress? De burgemeester wil het weten en start een project van 2,5 miljoen euro.
Als u ’s morgens omvergereden wordt door een speedelec of ’s middags aangeklampt door een huppelkutje van Oxfam, zal u het geweten hebben: uw bloeddruk stijgt, uw hartslag gaat naar ongekende hoogten, uw pupillen verwijden en u begint te zweten. Een nog te ontwikkelen polsbandje met fancy appje zal u zeggen dat u onmiddellijk naar de psycholoog moet of een uurtje moet gaan sporten.
Uw bezorgde burgervader wil zijn volk per direct laten ontstressen door een legertje zielenknijpers en personal coaches op ons los te laten. Het is niet verwonderlijk dat het aantal jobs in Gent stijgt. Maar of mijn plotse afwezigheid op het werk het stressniveau van mijn baas zal kunnen temperen heb ik zo mijn twijfels. Ik vrees dat, als mijn polsbandje mij dagelijks een fitness of een praatbarak injaagt, niet zozeer mijn stressniveau zal zakken maar eerder mijn jobzekerheidsniveau. Ik weet het wel, er werken heel wat Gentenaars voor allerlei overheden, NGO’s, VZW’s, sociale economieën en andere instanties waar aanwezigheid blijkbaar niet behoort tot de essentiële vereisten om rendabel te zijn, hier en daar moet er wel nog ééntje écht voor de boterham werken.
Maar dat in de stad leven stress met zich meebrengt kan ik beamen. Telkens mijn wandeltocht een Slovaakse bedeltocht kruist, schiet mijn hartsinusknoop in overdrive. Telkens een assertieve fietser mijn pad op het voetpad kruist, starten mijn bijnieren een rondje adrenaline-pompen. Telkens een feestende meute op haar nachtelijke doortocht van de Overpoort naar de Vlasmarkt zich bezondigt aan een rondje belleke-trek of vuilniszakske-smijt, draait mijn ademhalingscentrum in mijn medulla oblongata overuren. Telkens ik de lofzang op het Grote Gelijk van de Botermarkt in de krant lees schiet mijn hypofyse in een kramp. In de stad wonen is één en al stress.
Maar #hetkanbeter. Gent heeft een voedselraad en ze krijgen subsidies. Het vehikel noemt zich zelf Gent en Garde en is een lovenswaardig initiatief, getrokken door de stad Gent en bevolkt door gelijkgestemden. Dat laatste is een evidentie, anders doe je niet mee. Het zijn ook wel gelijkgestemden die over de subsidie beslissen, dus dat is aardig meegenomen. Het gaat máár over 44.000 euro voor 2018, een habbekrats vergeleken met wat het sinds 27/12/2017 ontbonden Lab van Troje ooit heeft binnengerijfd. Jammer dat er nu geen vigilante schepen van financiën meer is om toe te zien wat er met de rijk gevulde kassa gebeurd is.
Maar kom, laat ons positief, warm en vooral verbindend zijn, en de wondere weldaden van Gent en Garde bekijken. Als het gaat over korte ketens in de voedseldistributie kunnen we enkel kumbaya zingen, toch? Liever tomaten uit de stadstuin dan quinoa uit Zuid-Amerika en liever een patat uit Drongen dan een bataat uit Senegal. Vermoedelijk loopt de aanvoer nog altijd even vlot als toen de krant volstond met de megavoordelen van het elektrisch groentevlot. Ik heb er sindsdien wel niets meer van gehoord, maar dat kan aan mijn enggeestige doch kritische kijk op deze zaken liggen. Het stedelijk stressniveau zakt naar ongekende diepten door projecten zoals een overdekte boerenmarkt, mét kinderatelier, een gaarkeuken voor de arme mensen rond de Dampoort, een fruitpluk, omdat die minder lastig is dan een rondje moestuinieren, en een soep en groentesap initiatief…. Leven van de overschotten, wroeten in de grond: de toekomst van Gent ziet er rustgevend en rooskleurig uit. We kunnen alvast besparen op het stressonderzoek en die 2,5 miljoen euro aan Gent en Garde besteden.