Fashionistas antifascistas

Ken je ze, de white priviliged jongeren, geboren in een warm nest van white priviliged ouders, op hun beurt omarmd door de politiek correcte wereld en overladen met overheidsopdrachten van steden met witte burgemeesters  en mediamaatschappijen met witte CEO’s?  Ze pleiten voor revolutie en nemen er gewillig alle collateral damage bij.  Vorig jaar liepen ze op vrijdag voorop in de klimaatbetogingen en voorspelden het einde van de wereld binnen de twaalf maanden. Nu die er nog steeds niet is , gaan ze die zelf veroorzaken, met de beetje professionele hulp van Extinction Rebellion of Antifa, jongens en meisjes die de kunst beheersen van alles vakkundig te vernietigen. Van dát geweld hebben de fashionistas antifascistas weinig schrik. Dat de winkel van papa en mama in de fik zouden gestoken worden hoeven ze niet te vrezen, ze hebben geen winkel en zouden ze die al hebben, was die zorgvuldig geschrapt van de fascist hitslist. En stel dat hun fiets de manifestaties niet overleeft, de volgende TV-opdracht van papa zal er voor zorgen dat er een nieuwe af kan. Of ze kunnen er één gratis afhalen bij de Fietsambassade, uit sympathie.

Sommigen spreken smalend van Gucci revolutionairen maar dat zou niet eerlijk zijn voor meneer Gucci, de brave Italiaan die tijdens de tweede wereldoorlog gewoon katoenen handtassen was gaan maken omdat het leer op was. Misschien zou Hugo Boss revolutionairen passender zijn want dat merk produceerde de werkkledij voor klanten die er vergelijkbare methoden van geweld en brandstichting op na hielden. 

Hoe je ze ook zou noemen, binnenkort worden deze jonge social justice warriors versterkt met een klein legertje corona-gediplomeerden. De hippe koffiebars, de vegan-eethuizen, de tweedehands-kindermodeboetiekjes met borstvoedingshoekje en de vintagewinkeltjes met huisgemaakte-limonade-bar  kunnen weer vollopen met briljante geesten die de perfecte toekomst gaan uitbouwen. Imperatief een toekomst zonder discriminatie, met aandacht voor het klimaat en vooral met gelijke kansen. Weer eens met gelijke kansen.   

Oh ja, ook mét uitsluiting van alle andersdenkenden. Het zijn niet voor niets de fashionistas antifascistas.

Kameraad Conner Kommarov.

Op de Botermarkt voltrekt zich een tragedie met Griekse proporties. Het Grote Gelijk is uiteengevallen in een pléiade van kleine Grote Gelijkjes. De supercoalitie van de verdraagzaamheid kraakt onder de onverdraagzaamheid van zij die denken het Grootste Gelijk aan hun kant te hebben.

Ons Huis op de Vrijdagsmarkt ligt te verpieteren in de schaduw van ecologische daktuinen, bioboerderijen en  fairtrade koffieshops. De kadaverdiscipline van de ecologische achterban, die de finesse van de naamstemmen in hun groene vingers had,  en de nobele onbekendheid van de kopman van het kartel deden desastreus sloopwerk. Het Gentse socialistische bastion stuikte in elkaar als een door een Sint Bernadette schimmel vermolmd gebinte.  Doe daar een snuif arrogantie van een uittredende burgemeester en een walm Optima-parfum bij, en het resultaat was een donkergroene cocktail waarin de rode besjes ver te zoeken waren. Met 7 tegen 14 in de gemeenteraad is een opgestoken vuist alleen nog een symbool op 1 mei.

Niet te verwonderen dat de socialistische restanten van het kartel het moe worden om hun kaduuk  wagonnetje aan de nietsontziende, Groene locomotief te hangen. Pacta sunt servanda, maar als de bezoekers van de volkshuizen of de mannen en vrouwen in de refter van de Volvo niet meer luisteren wordt het lastig. De politiekcorrecte wolligheden over “Gent is wat we delen”, geveltuintjes en  warme inclusiviteit, zijn geen boodschap voor Hans en Eddy aan de hoogoven van Arcelor of voor Murat en Kurt achter de vuilkar van Ivago. Zij verkiezen een drugsvrij plein, waar hun kinderen kunnen spelen zonder schrik te hebben zich te prikken aan injectienaalden.  En of zij dan uitkijken op een groene gevel of op een gevel in crépi kan hen eigenlijk geen reet schelen.

Misschien kan een Wase bries, met een vleugje Nieuwpoorts jodium,  de Gentse ecologisch gezuiverde LEZ-lucht doen wervelen.  Gent ligt Conner Rousseau nauw aan het hart. Zijn hand-en-spandiensten voor la Freya zullen er zeker voor iets tussen zitten. In het volkse Gent zal King Connah meer matekes op zijn weg vinden dan de utopische wereldverbeteraars vriendjes in hun fietsstraat.

Menig stamboomsocialist zal hem van ganser harte tegen zijne gilet trekken en zeggen: Kom maar af, kameraad Conner!

Florian, Yente en Merel

Ik heb lang nagedacht of ik er iets zou over schrijven. Eigenlijk wil ik niet maar toch doe ik het. Er moet mij iets van het hart.

In mijn job zien we dagelijks meer niet-Belgen dan Belgen. In de bouw loopt er een bont allegaartje rond. Nederlands wordt er door onze frontoffice medewerkers nauwelijks nog gesproken, Engels en Frans des te meer. Bulgaars en Roemeens is geen optie wegens te moeilijk en Turks is geen problemen want onze Turken spreken vaak platter Gents dan wijzelf.

Dit is een fenomeen dat al vele jaren aan de gang is. Gent is een grote stad en dat brengt een gigantisch rijke diversiteit met zich mee. Naast de obligate gelukzoekers heb je ook de harde werkers die met hun vaardigheden en hun inzet een graantje komen meepikken om hier een toekomst op te bouwen voor zichzelf en hun familie. Blijkbaar is het harde leventje in de bouw iets waar veel Vlaamse jongeren hun neus voor optrekken. Barista, vapeverkoper of socio-cultureel medewerker is meer iets voor hen. Laat Boris, Murat en Mariusz de zware klussen maar klaren. En dát doen ze het met veel plezier. Dan hebben Florian, Yente en Merel tijd om hun social justice warrior petje op te zetten en te fulmineren tegen racisme en blanke mannen op leeftijd. Misschien moeten ze eens een bouwstage doen en al die Polen, Roemenen, Hongaren, Turken, Bulgaren, Indiërs, Pakistani, Togolezen en Congolezen helpen bij de ontwikkeling van hun carrière. Die mensen hebben meestal geen papa’s en mama’s die hen in staat stellen zich permanent intellectueel  superieur te voelen.

Geen gesubsidieerde VZW’tjes voor de hardwerkende migrant maar ordinaire BV’s, soms een commanditaire vennootschap of een ordinaire eenmanszaak. Maar te vaak worden ze nog slachtoffer van de politiek correcte  supporters van  #BlackLivesMatter met slogans aan het raam als #ZonderHaatstraat of #GentIsWatWeDelen die op zondag een paar Roemenen hun achterkeuken laten bepleisteren, zonder factuur. Dat BTW en sociale bijdragen de sociale zekerheid spijzen is op dat moment eerder een inconvenient truth. Als het op de portemonnee aankomt zijn slogans en raamaffiches belangrijker dan daden.

Maar goed, met de voeten te kussen van de zwarte medeburgers bouw je geen maatschappij op,  mensen met migratieachtergrond hebben meer baat bij een goede opleiding in de bouw of dergelijke  en een degelijke basiskennis ondernemerschap. Voor we het beseffen hebben zij met succes de hand aan de ploeg geslagen en zich geïntegreerd,  en staan Florian, Yente en Merel aan te schuiven voor een leefloon.

Weerbaarheid is zo veel sterker als opgefokt medelijden.