Zaventem

Het was een zalige ingeving om niet met het vliegtuig naar het zonnige Zuiden te vertrekken. Anders zaten we midden de meute zagende gezinnen die hun jankende kroost in toom moeten houden met waardeloze junkfood en plastiek speelgoed uit de skyshop. De gezonde Quinoasnacks en het verantwoord houten speelgoed liggen nog thuis. Mama’s met korte leren laarsjes fulmineren dat hun recht op vakantie gefnuikt wordt door enkele veeleisende deplorables in de kelders van Zaventem. Ze  tiert het nog net niet uit dat ze zich zal wenden tot  het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar de gezwollen venen in haar hals doen vermoeden dat ze straks toch zal uitbarsten in een Amerikaans-democratische hysterische briesbui. De papa’s jammeren onder elkaar over de timing en de hardheid van de vakbondsactie maar vergeten hun eigen syndicale ijver tijdens de laatste ambtenarenstaking waar hun eisen een stuk onrealistischer klonken dan de vraag van de kruiers om meer mankracht. Het slavenvolkje in de krochten van Brussels Airport móet met hun bagage sleuren. En zich vooral niet roeren. Anders steekt dat stokken in de fietswielen van hun progressief wereldbeeld. De wereld is een dorp. Maar in een écht dorp gaat men te voet.

Enfin, wij zijn en route met de auto naar de Elzas. Met een tripje van 1.200 km heen en terug zullen we 150 kg CO2 lossen in de mistige herfstlucht van Frankrijk. Het tripje naar Barcelona van het Vlaams modelgezinnetje zal 1,05 ton CO2 lozen in de Europese atmosfeer. Als hun vlucht doorgaat tenminste.

Wij gaan genieten van de prachtige Elzasser landschappen, van de flammkuchen en de zalige choucroute garnie en van de ongeëvenaarde pinot gris en gewurztraminer . Even Gent los laten en zoeken naar kwaliteit, culinaire en groene. Minder bakfietsen, meer bossen. Minder fijn stof en meer kans op elektriciteit.

Ondertussen kunnen de onderhandelingen voor een nieuw progressief stadsbestuur verder gaan. Het wordt een strijd tussen overwinnaars … en andere overwinnaars. Tussen de meeste zetels en de meeste stemmen. Tussen het behoud van de kleinste kartelpartner of het dumpen ervan.  Tussen West-Vlamingen en Oost-Vlamingen. Ik las vandaag in het Laatste Nieuws dat de Gentenaar niet snel een bestuur moet verwachten. De zee is diep tussen de partijen. De uitgediepte Reep zal er ook niet veel aan helpen. Het jarenlang gemekker van de groen-rode meerderheid over “Gent is wat we delen” vervelt beetje bij beetje tot “Gent is wat we verdelen”.

Straks start de bouw van de Gentse Muur, de demarcatielijn tussen de rechtmatige bezitters van het Grote Gelijk A en de rechtmatige bezitters van het Grote Gelijk B. En zoals de stadsdelen bij de invoering van het circulatieplan vakkundig geknipt werden, zullen ook de Checkpoint Charlie’s in de Gentse Muur even vakkundig gesperd worden. Ideologische mijnenvelden zijn vele malen doeltreffender dan wouden van ANPR-camera’s. No pasaran. Gent zal groen zijn, of zal niet zijn. Gent als een stukje import-Bachten-de-Kupe? Maar Gent zal evenzeer blauw zijn, of niet zijn. Een bruisend, positief  Gentifornië?

Ik bestel ondertussen mijn eerste Crémant d’Alsace.

Verblinden

We zijn 10 dagen na de verkiezingen. Radiostilte heerst over de Botermarkt. De echo’s van de overwinningskreten zijn al lang verzwolgen in de meest afgelegen hoekjes van de Erpelsteeg of de Werregarenstraat. Er waait nog net geen politieke tumbleweed door de Hoogpoort. Morricone’s  mondharmonica ligt al klaar.

De Gentenaar heeft gekozen maar de machthebbers hebben nog niet gekozen. De stembusuitslag is voor de hogepriesters van het Grote Gelijk een vervelend bijeffect van de democratie. Maar elke doorgewinterde politieker weet dit electoraal varkentje te wassen.  Het wordt een partijtje armworstelen om te bepalen wie de meest verbindende is en wie er moet ontbonden worden. Een weekje extra onderhandelen in het verborgene om uit te maken wie Gent nu het beste deelt.  Wie niet immers deelt, verwarmt of verbindt wacht kommer en kwel én de banvloek van de grootgelijkers. De nacht van de lange messen kan in België weken duren. Misschien krijgen pas op zes december de meest verbindende kindjes van Sinterklaas lekkers,  onder de vorm van een zak vol vetbetaalde mandaten. Achtenvijftig of negenenvijftig, voor Brammetje zal het worst wezen. Gent is wat we verdelen: brave kindjes de mandaatjes en stoute kindjes de oppositiebankjes.

Kwatongen beweren dat het zelfs nog langer kan duren. Het vullen van holle slogans is een slopende bezigheid. Het warme stadsproject warm houden zal lastig worden indien de stroomboten niet tijdig aanmeren aan de Rigakaai. Gelukkig spuwt de oude EGW-centrale aan de Ham, onder begeleiding van dansende CO2-wolken,  nu al de nodige kilowatturen om de groene gezinnen in staat te stellen hun tofuburgers te bakken wanneer de kindjes per bakfiets ’s avonds thuis komen van de vioolles of de coderdojo . Papa en mama gooien nog een schepje houtpellets op de kachel en boeken vanavond, gezellig met een biowijntje of een eerlijke kop koffie bij de hand,  een citytrip, mét de kindjes,  naar Barcelona. Ryanair is het goedkoopst. Ada Colau is een  grote fan van het groene Gent en verdient een bezoekje. Eén ton CO2 uit de low-cost vliegtuigmotoren is een kleine prijs voor wat culturele verrijking met het progressieve gezin. Barcelona houdt niet van toeristen maar voor gelijkgezinden staan de stadspoorten altijd open.

Ondertussen worstelen de tenoren van de Gentse politiek zich door de bocage van hun eigen verkiezingsbeloften, op zoek naar een verbindend project waarmee de kiezer de mond kan worden gesnoerd. Wie tegen verbinden is, is racist, fascist of seksist, de mondproppen voor de andersdenkenden. De knippen ontknippen en het ondernemerschap herwaarderen verbinden met het pestbeleid naar automobilisten en ondernemers toe, kan enkel de Nobelprijs voor  politieke machinatie opleveren. Het ni dieu, ni maître-principe van paars verbinden met de hoofddoeken op school en de burkini’s in de zwembaden, de extremistische godsdiensteisen van groen,  garandeert goud in de wereldbeker kiezersbedrog.

Of hoe verbinden leidt tot verblinden.

Surplace

Hoe edelmoedig, als een jonge man met ambitie en de juiste stamboom zijn geboortestadstad een fris, positief en progressief imago wil geven. Dat je daarvoor 75% van de verkozenen in je bargie moet krijgen,  is heel andere koek. Om winnaars en verliezers te verzoenen moet je beschikken over de nodige politieke make-up skills om gezichtsverlies van de ooit zo populaire socialistische volksmenners te vermijden én een rijkelijk gevulde zak met vet betaalde  postjes, de vaseline voor de verslagenen, achter de hand houden.

Edelmoedigheid mag echter niet ingegeven zijn door persoonlijke vendetta, bompa of niet. Dan wordt edelmoed algauw hoogmoed. En hoogmoed komt altijd vóór de val.  Dan weet je dat de afrekening er snel aan komt, en die kan bijzonder pijnlijk zijn. Icarus kan er van meespreken, Daniël ook.  In de val verander je zó van een joviale volkskameraad tot een azijnzeikende grompot die germanisten afsnauwt dat ze Nederlands moeten leren. De burgemeester van Gent, ooit de tweede beste ter wereld, viel even uit zijn rol voor de camera’s van VRT en VTM, maar bewees hiermee het deel van zijn bevolking met migratieachtergrond ongewild een grote dienst. Het kennen van de landstaal is wél degelijk belangrijk, dit in tegenspraak met wat zijn schepen van onderwijs zegt die eerder aanstuurt op een nieuw Babylon-aan-de-Leie dan op een nieuw Gent-aan-de-Schelde.

Maar laat ons coulant zijn en aannemen dat Mathias De Clercq werkelijk gaat voor een progressief  en verbindend project, puur en sans rancune. Progressief zijn betekent breken met het verleden, frisse nieuwe projecten opzetten en  alle burgers verplichten met een open geest samen te leven alsof we allemaal één grote happy family zijn. Optimism is a moral duty, of zoiets. Waarover  de burger ontevreden is,  wordt onder de onderhandelingsmat geschoven. Of doodgezwegen. Ninove kan er van meespreken.  De zelfverklaarde Gentse successen staan als gouden afgodsbeeldjes te blinken op de schouwmantel en een myriade aan nietszeggende trofeeën vullen de legendarische trofeeënkast. Paarse propaganda, met een groen randje. Eigen lof als peptalk in de loop naar het burgemeesterschap.

Behouden wat goed is staat niet in de woordenlijst van zij die zich progressief noemen. Maar zou het niet eens tijd worden om achterom te kijken en tevreden te zijn met de bemoedigende resultaten en ontevreden met de rommel die er is nagelaten. De schimmel in  de sociale woningen van de Sint Bernadettestraat zal niet oplossen met een monstercoalitie. Integendeel, vooraleer rood, blauw, oranje en groen kleur bekennen, zullen de schimmels en de paddenstoelen nog alle kleuren van de regenboog hebben aangenomen.

Alle observatoren bevestigen: de coalitiegesprekken kunnen er worden van zéér lange adem. Strategisch surplacen, ballast uit de wielen rijden, sprinten en triomferen. Zijn dit de eigenschappen van Mathias De Clercq en Filip Watteeuw, of moeten we wachten  tot 13 november, als de echte tenoren van het surplacen naar het Gentse Kuipje komen?

Het Grote Gat

Zondag 14 oktober, 13 uur. De tijd van het Grote Gat breekt aan. De tijd tussen het moment dat alles mogelijk was tot het moment dat niets meer mogelijk is. Die luttele uren waarin politiek al het ware dood is verklaard zijn misschien wel de meest intense uren van de democratie.

Het is dan afwachten of zij die de verkiezingen gewonnen hebben ook de telling zullen winnen. Op plaatsen waar de uittredende meerderheid het alleenrecht had op het Grote Gelijk is dát nog maar de vraag. De postjes en de subsidies liggen al lang klaar en die mogen niet verloren gaan aan hen wiens bloed men drinken kan. De mandatenkoningen en -prinsen verkopen hun vel duur.  De weldaden van de welvaartsmaatschappij zijn het privilege van het eigen volk, met de juiste partijkaart. Dat geef je niet zomaar uit handen. De getuigen in de stembureaus zijn dan ook maar de zwakste pionnen van het politieke spel. Daarom moeten we van die enkele uren genieten, naïef dromen van betere tijden en de essentie van de democratie.

Tijdens het Grote Gat wordt het nagelbijten. Voor zij die op pensioen gaan of voor zij die volgens sommigen al met één voet op de trein naar Brussel staan.  Ook voor de Turken wordt het een middag van zenuwachtig thee drinken en sigaretten roken. Zal hun stem gehoord of versmoord worden in de veelheid van partijtjes en strekkingen. Zal hun radicale gelijkheid wegdeemsteren in het radicale niets, of mogen we ons verwachten aan een maandelijks nationalistisch robbertje vechten op de banken van de gemeenteraad? Ook de burgers van Gent die zich door de arrogantie van de laatste zes jaren van bestuur hebben verenigd, zullen zitten schuiven op hun stoelen. Was het de moeite waard, worden zij Gand-en-marche, of slechts een voetnoot in de roemrijke geschiedenis van Gent?

Op het moment dat de eerste uitslagen officieel op de burgers losgelaten worden worden verrijst de politiek uit zijn kunstmatige coma en begint de poppenkast van winnaars en verliezers. Dan hervinden alle politiekers hun gigantische ego’s  en zullen de kiezers vaststellen dat ze weer zes jaar onder een Nieuw Grote Gelijk zullen gebukt gaan, zonder inspraak.

Dan kunnen de kiezers hoogstens weemoedig mijmeren over die paar uurtjes  gelukzaligheid tijdens het Grote Gat.

Luxefrituur

Zondag, de dag des heren. Zondagsrust. In de bouw is dat zelfs imperatief, zo las ik nog onlangs op de website van het ACV. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik zag dat een viertal stevige bouwvakkers op de hoek van de Groentenmarkt en de Lange Munt in de weer was om de luxefrituur van Sergio Herman gyprocgewijs af te werken.

Tijdens het aanschuiven voor mijn pistolets bij Himschoot bekroop me de gedachte dat in Gent luxeprojecten voorgaan op de ellende van de deplorables van de Sint-Bernadettestraat. Blijkbaar zijn de sukkelaars in hun beschimmelde woningen geen reclame voor een bruisende en warme stad als Gent, een dampend pakje friet met Kimchi Special saus des te meer.

Wie er in slaagt om van een doffe aardappel iets sexy te maken en er dan nog geld mee te verdienen moet gelauwerd worden als een vernieuwende ondernemer en een boegbeeld van de vrije markt. Het moeten niet altijd barista’s of ICT’ers zijn. Dat daarvoor bouwvakkers tegen de regels in op zondag moeten werken, tant pis of misschien tant mieux. Gent is volgens de bevoegde schepen dé stad van de ondernemers. Elk initiatief is welkom, zelfs met stoverijsaus.

Maar 3,5 kilometer verder zitten mensen te vergaan in stof, schimmel en ongezonde lucht. Doffe ellende verkoopt niet. Het is schadelijk voor de satrapen van het Grote Gelijk. En Aliceke kan het minder goed uitleggen dan Sergio. Haar gerechje zal hoogstens bestaan uit een braadworstje van de Aldi met gebakken patatjes en ajuin. Maar het keukentje van Aliceke heeft geen sterren, staat niet in op de website van Visit Gent en krijgt niet het bezoek van glamourpolitici. Er zou schimmel op de braadworst kunnen vallen. Bij de buren met de juiste partijkaart zal de technische dienst wél langs geweest zijn. Socialisme gaat, net als Be.One,  voor radicale gelijkheid: voor elke socialist en sociale woning. Maar voor de witte deplorables blijven enkel wachten en hoesten over.

Hillary Clinton liet zich op 9 september 2016 smalend uit over de basket of deplorables die voor Trump zouden stemmen,  waarmee ze in één adem de eenvoudige en onmondige Amerikaan wegzette als racist, seksist, homofoob, xenofoob en islamofoob. Misschien wonen de eenvoudige en  onmondige Vlamingen in de verwaarloosde sociale woningen. En we weten wat er met Hillary gebeurd is.

Ik begrijp niet dat zij die delen en verbinden zó belangrijk vinden, hand in hand blijven gaan met zij die verdelen en ontbinden. Is het de roep van de kassa, of het besef dat het toch te laat is. Hopelijk voor hen wordt 2018 geen nieuw 2003. Als troost kunnen ze straks in Sergio’s luxefrituur een frietje gaan steken. Ik doe dat zeker ook, al zullen die frieten voor mij altijd een beetje naar schimmel smaken.

Leerkracht

Ik moest gisteren toch even met de ogen knipperen toen ik de krant las. De partij van de radicale gelijkheid pleit voor minder witte klassen. Eindelijk iemand die het durft zeggen, dacht ik.  Zeker op de dag van de leerkracht.

Zou ik nog schoolgaande kinderen hebben,  dan wou ik zeker meer kleur aan het  bord zien staan. Regenboogkleuren bijvoorbeeld. Leraars of leraressen die pubers leren over ontmoetingen met anderen, over vriendschap en camaraderie, over liefdesontmoetingen, over respect voor mekaar, over radicale gelijkheid tussen jongens en meisjes. Maar ook over liefdesgevoelens voor mensen van het zelfde geslacht. Op de dag van de leerkracht moeten we de vrouwen en mannen bewonderen die zich vaak voor een vijandige klas in bochten moeten wringen om duidelijk te maken dat zulke gevoelens niet abnormaal zijn. De haatreacties moeten ze er maar bijnemen. Zelfs als er eentje ziedend de klas uitloopt omdat dit volgens zijn of haar opvoeding des duivels is. Je zal maar een blonde godsdienstjuf zijn in deze politiek correcte tijden.

Radicale gelijkheid in de klas, ik ben vóór. Iedereen moet even hard zijn best doen om er te komen. Niets voor niets. No sweat, no glory, zelfs een Buffalo-fan moet dit kunnen beamen.  Misschien moet die lat van de radicale gelijkheid wat hoger liggen. Dan zal later het vangnet van de sociale zekerheid geen hangmat voor de outcast meer hoeven te zijn. Misschien moet het inzicht nog komen dat voor radicale gelijkheid, niet alleen de gelijkheid tussen man en vrouw, maar ook de kennis van de landstaal niet zo onbelangrijk is als wel beweerd wordt. Alles staat of valt met goede communicatie. Led Zeppelin wist dat al in 1969.

                                  Communication breakdown, it’s always the same.                                                                            I’m having a nervous breakdown, drive me insane!                                         

De dag van de leerkracht mag voor mij best óók de dag van de communicatie worden. Leren luisteren, zonder vooroordelen, en durven spreken, zonder schaamte.

Nu we het toch over radicale gelijkheid hebben, het mag voor mij eveneens buiten de klas hoor. Op restaurant bijvoorbeeld, waar ik het leuk zou vinden om zowel voor mijn ribbetjes-à-volonté  als voor mijn döner kebab een BTW-bonnetje te krijgen zonder er achter te vragen. Of bij de baksteenboer waarvan ik toch verwacht dat mijn buurman evenzeer een factuurtje krijgt bij zijn palletje cement, net zoals ik destijds voor mijn twintig zakken mp-75. Ook op straat verwacht ik radicale gelijkheid, tussen de fietsers en de voetgangers, of tussen de bakfietsers en de auto’s, tussen de taxi’s en de bussen. De basisbeginselen van de hoffelijkheid leren ze op school, als ze tenminste willen luisteren naar de juf.

Misschien moeten we die radicale gelijkheid ook van de leden van de gemeentebestuur verwachten. Zijn alle Gentenaars immers niet gelijk, ook al zijn het fervente volksnationalisten of rabiate communisten, ook al zijn ze verzuurd of kijken ze voortdurend door een roze bril, ook al zijn ze van West-Vlaanderen, of van de Sint-Bernadettestraat of van Emirdag? Ik weet niet wat er in de lucht hangt rond bepaalde Gentenaars dat plots het bier van de burgemeester niet meer smaakt. De mensen van het Grote Gelijk mogen dan wel vinden dat  Gent is wat ze  delen, pinten delen is hen duidelijk te veel gevraagd. Misschien omdat ze die zelf moeten betalen…

Schimmel

Nog negen weken en Sinterklaas rijdt met zijn schimmel over de daken, op weg naar de arme Gentse kindjes om speelgoed uit te delen. Wellicht passeert hij in de Sint Bernadettestraat. Hopelijk zakt hij onder het gewicht van zijn paard niet door de door houtworm vermolmde daken van de sociale woningen aldaar. De mogelijk verwondingen van de goedheilige man zullen allicht de schuld zijn van het chronisch geldgebrek waar de sociale huisvestingsmaatschappij in Gent mee te kampen heeft, maar dit zijn we gewoon. Socialism eventually runs out of other people’s money.

Want het is nooit de schuld van zij die patent hebben op het Grote Gelijk. Een Turkse bisschop een dubbele beenbreuk bezorgen weegt niet op tegen de gezonde lucht die alle Gentenaars van het centrum nu opsnuiven. De curieuzeneuzen hebben het bewezen. Ook de Sint Bernadettestraat kleurt groen, schimmels geven geen stikstofdioxide af, zoveel is duidelijk. Het blijft dus allemaal de schuld van de vermaledijde dieselauto. Misschien moeten de kindjes uit die huizen beter buiten slapen, in tentjes. Iets voor consortium 1212. Sint Amandsberg is bovendien minder ver dan Sulawesi.

Maar het kartel mag dan van zichzelf vinden geen last te hebben van schimmel of houtworm, hun kiezers vinden dat ongetwijfeld van wél. De vraag is of die arme stakkers met chronische luchtweginfecties zich het beeld van hun groen uitgeslagen badkamer zullen herinneren als ze op 14 oktober in het kieshokje staan. Schimmel mag dan wel puur natuur zijn, op biologische wijze gecultiveerd, onbespoten en perfect passend in de terug-naar-de-natuur ideologie van de eco-partner van de socialisten, ook een rode spoorarbeider wast zijn kind liever in een propere badkamer. Wie niet?

Maar in het luchtzuivere centrum, waar de macht samenhokt rond rijkt gevulde tafels met heerlijke schimmelkazen en primitivo wijntjes zoals de Li Cameli, favoriet van de paus, hebben de deplorables van de Bernadettewijk de macht niet om een deuk in het progressieve geweten van het Groot Gelijk te stampen. De dynastieke opvolging primeert over de luchtwegen van de burgers buiten het centrum. De ongepaste VRT reportages, die geen enkele rode VRT-bestuurder wist te vermijden, moeten dan maar gecounterd worden door zij die de teloorgang van de sociale huisvesting niet op hun geweten hebben. Over kindjes praten is gemakkelijker als het gaat over de hoofddoek dan als het gaat over schimmel in hun vochtige slaapkamertje. Wordt het heilig verklaarde stadsbestuur van Gent Schild-en-Vriendgewijs gefileerd tot de essentie: onkunde en vriendjespolitiek? Of hoe één schimmelreportage aantoont dat ook macht beschimmeld en vermolmd kan zijn.