Nieuwjaarsreceptie

Ik ben er zeker van dat we 13 januari 2019 niet in de Gentse annalen zullen terugvinden. Er was in Gent dan ook weinig te beleven behalve de obligate strijkplankenshow tijdens de twintigste nieuwjaarsreceptie van de stad. Ik verwachtte wel wat protesterende gele hesjes op deze hoogdag van gratis drank, maar het waren eerder de oranje hesjes van de aanwezige flikken die de aandacht trokken. Ik verwachtte ook, na het aantreden van een stadsbestuur dat diversiteit hoog in het vaandel voert, een zeer divers publiek om naar de Skyblasters, Pierke Pierlala en de burgemeester te komen luisteren. Behalve een handvol zwarte medemensen, pint in de hand, zag ik weinig van de Gentse schat aan multiculturaliteit en diversiteit. Misschien interesseerde het hen niet, of misschien stond ik op de verkeerde plaats.

Ik weet niet of iedereen uitkeek naar de toespraak van onze  jonge, enthousiaste burgervader. De aandacht ging meer uit naar de goedkope cava en de Everyday chips dan naar de superlatieven van verbinding en burgerparticipatie. Iedereen bleek  plots te beseffen dat het slikken van holle slogans de komende zes jaar hun deel zou zijn. De uitgedeelde Peeters-maskertjes bleven moedeloos in de nek hangen en de blonde Gruutjes aan de dorstige lippen. Ik had niet de indruk dat veel Gentenaars écht aan het luisteren waren naar de opvolger van Daniël Termont, daarvoor was zijn Gents niet sappig genoeg en zijn speechschrijver te weinig geïnspireerd. Na in de krant kennis genomen te hebben van zijn kwaliteiten als tafelvoetballer en ajuinsnijder verwachtte dan ook niemand een aankondiging die het niveau van zijn klassiekers zou overschrijden. Dat 2019 er ééntje zou worden “méé suiker” konden we al vermoeden, alhoewel ik  in het bio-bewuste Gent eerder verwachtte dat het er ééntje met kokosbloemsuiker zou worden, of met stevia.

Toen de speech op zijn einde liep wist ik al dat deze niet in het rijtje zou komen van de beroemde toespraken van Ghandi, Churchill of Kennedy. “Ik ben ne Genteneire” is nog altijd niet van het niveau van  “Ich bin ein Berliner”. We hebben in Gent dan ook geen Muur om over te roespeteren, alleen maar knips. En in tegenstelling tot die Muur bestaan de knips nog altijd.  Met een flauw applausje en even flauw boegeroep mocht de beroemdste kleinzoon van Vlaanderen zijn vrije zondagmiddag aanvatten.

Toen het daarna zacht begon te regenen leken de  regendruppels  verdacht veel op de tranen van de bedrogen liberalen. Of waren het de gelukstranen van de groenen die nu, zonder veel weerstand, van Gent hun eigen paradijs mogen maken?

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s