Donderdag 30 november 2017. De lucht kleurt metaalgrijs. Het sneeuwt. In België staat het verkeer stil, ook in Gent. Bijna 500 km file. Een wit lint van mensen die naar huis willen, of naar het “Sportpladijs”, of op weg zijn naar de sportclub van de kinderen, of hun 10 laatste e-commerce bestellingen bij de klanten willen brengen. Iedereen die wil bewegen staat stil. Mobiliteitsproblemen heet dat.
In Gent stak men het al gauw op “Wa Sneeuw”. Maar deze keer kon schepen Watteeuw er niets aan doen. Bijna dag op dag 7 jaar geleden stond Gent ook stil in de sneeuw. Op 1 december 2010 speelde KAA Gent een Europese match tegen Levski Sofia op een ondergesneeuwd veld. Ik ga de kinderen ophalen thuis om naar de wedstrijd te gaan maar over 8 km van mijn werk naar huis doe ik 2 uren. Ook zonder knippen. Watteeuw was toen pas verkozen als gemeenteraadslid. Ik weet niet of hij met zijn fiets in het Ottenstadion geraakt is, wij zijn in elk geval gezellig thuis voor de buis gebleven. Oh ja, en de Buffalo’s wonnen met 1-0.
Terug naar vorige week. Dergelijke sneeuwval kan je misschien heirkracht noemen, maar een massale stilstand is ook niet normaal. Het doet de vraag rijzen over wat de toekomst van de mobiliteit is in Gent. Het ondertussen beruchte mobiliteitsplan heeft al bij menig een de gemoederen verhit. Facebookgroepen en burgerbewegingen vinden er hun bestaansrecht in. Het hele plan begint meer en meer op de geloofsbelijdenis van een sekte te lijken. Zeker nu deze week verwezen werd naar het Urban Cycle Institute, onderdeel van het Center for Urban Studies in Amsterdam, en naar hun fietsgoeroe Marco te Brömmelstroet (ik verzin het niet). Die weledelgeleerde pedaalridder maakt er zijn levenswerk van om de stedeling de fiets door de strot te jagen. Hij vindt dat de auto te gast is in een stad en dat de fiets het eerste vervoersmiddel is in de pikorde. Uiteraard klinken dergelijke ongezouten uitspraken als muziek in de oren van believers zoals onze schepen van mobiliteit. Maar het ware misschien interessant op te merken dat een stadsbestuur zelf ook maar voor 6 jaar gast van haar stadsbewoners is.
En als ik Urban Studies lees, denk ik onmiddellijk aan Professor Eric Corijn van de VUB, notoir Trotskist en aanhanger van de Vierde Internationale, én vaste prik tijdens de Gentse feesten debatten waar hij vaak de banken deelt met figuren zoals Dominique Willaert en Pieter-Paul Verhaeghe. Zou er een masterplan in zitten om met fietsen de Vrije Wereld om zeep te helpen en een nieuw autoloos arbeidersparadijs op te richten? Misschien is Gent wel de toekomstige Ground Zero van deze “Velocalyps”. Maar ik ga hierin zeker te ver. Ik ben niet de paranoïde libertariër die om elk hoek een samenzwering ziet, maar zoals het er in Gent aan toegaat bekruipen mij de twijfels wel. Gaat het écht om de luchtwegen van de burger zoals burgemeester Termont beweerde op 15 januari 2017 , of om de leefbaarheid van de stad met zijn hardwerkende middenstand? Of gaat het om het grote groene gelijk? Zijn de luchtwegen van de Gentenaars belangrijk in Oostakker, of Sint Denijs, of Zwijnaarde? Is het lot van de winkeliers en ondernemers belangrijk of is dit economisch weefsel van geen tel in de nieuwe wereld van de Vierde Internationale? Bewindvoerders die alleen ervaring hebben opgedaan in de gesubsidieerde wereld van NGO’s, onderwijs, het politieke establishment et tutti quanti hebben geen voeling met de economische actoren die er moeten voor zorgen dat er met hun belastingen subsidies kunnen uitbetaald worden. Je kan de boom afzagen maar je hoeft dan niet te klagen dat je geen vruchten meer hebt. Wie de Genste boom wil laten staan en verder de vruchten plukken denkt best even na op 14 oktober 2018.